Witgezichtsaki’s zijn niet heel groot. Ze kunnen dan ook makkelijk aangevallen worden door bijvoorbeeld roofvogels. Voor de veiligheid blijven de saki’s zo veel mogelijk verstopt tussen de bladeren. Als ze toch bedreigd worden, proberen ze de vijand weg te jagen. Dat doen ze door zich groot te maken. Ze zetten hun haren overeind, maken hun rug bol en stampen met hun poten op de takken.
In het wild eten witgezichtsaki’s vooral fruit. Ze hebben sterke voortanden en hoektanden. Hiermee kunnen ze harde schillen open bijten. Behalve fruit eten ze ook zaden, noten en insecten. In het droge seizoen is er weinig fruit te vinden. Dan eten saki’s vooral jonge bladeren. Veel vruchten eten ze met zaadjes en al op. Deze zaadjes poepen ze later weer uit, waardoor er weer nieuwe fruitbomen kunnen groeien.